|
||||||||
|
Saxofonist Efraïm Trujillo en pianist Rembrandt Frerichs hebben beiden een neus wat betreft het improviseren, toen ze als duo optraden in het Bimhuis in de zomer van 2020 ging het publiek uit zijn dak, op dit album is “Peace” van Horace Silver te horen, opgenomen tijdens dat concert. Het succesvolle optreden heeft uiteindelijk geleid tot dit album met favoriete klassiekers van beide jazzreuzen. Efraïm Trujillo geboren in de V.S. (1967) maar al jaren werkzaam in Nederland, is een veelzijdig muzikant, met The Preacher Men maakt hij snoeiharde orgel – tenor jazz, met de Ploctones jazzrock en hij speelde met Fra Fra Sound, New Cool Collective etc. Pianist Rembrandt Frerichs (1977) heeft ook een behoorlijke discografie op zijn naam o.a. met zijn eigen trio en Levantasy. De standards die hier worden vertolkt zijn (gelukkig) niet de overbekende nummers uit het American Songbook maar relatief minder bekende composities. Het album opent met “Blue in Green” van Bill Evans, hetgeen onmiddellijk opvalt is het geweldige geluid, de diepe klanken van Efraïm’s tenorsax en het klaterende spel van Rembrandt op zijn vleugel klinken alsof ze bij je in de kamer spelen, geweldig. Overigens doet Efraïm mij hier sterk denken aan de sound van Ben Webster die ik vaak heb beluisterd toen hij in Mokum verbleef, een breed geluid en de geluiden van de lucht die langs het mondstuk rondcirkelt, typerend. “Voyage” is een uptempo nummer van Kenny Barron dat hier in de handen van beide protagonisten een wonderschone uitvoering krijgt, het sfeervolle “Peace” van Horace Silver noemde ik al eerder, de geluidskwaliteit doet hier niet onder voor de studio opnames, wat was ik graag bij dat concert geweest. “Prince of Darkness” van Wayne Shorter is natuurlijk vooral bekend van de versie van Miles Davis op diens album Sorcerer uit 1967, een geweldig nummer, moeilijk om te evenaren maar de duo versie hier heeft zijn eigen zeggingskracht en blijft fier overeind. Als Monk adept val ik natuurlijk onmiddellijk voor “Think of one” van Thelonius, perfect samenspel van de twee, waarin ze de essentie van dit typische Monk nummer volledig tot zijn recht laten komen zonder een spoor van imitatie. Heerlijk is ook “Come Sunday” van Duke Ellington, een bluesy uitvoering dat kun je wel overlaten aan deze twee topmuzikanten Efraïm en Rembrandt die een muzikale schildering neerlegt zoals zijn beroemde naamgenoot die op het doek penseelde. Vrolijkheid troef in het speelse “Seven steps to heaven” van Victor Feldman, bekend van het gelijknamige album van Miles Davis, een puur muzikaal feest. Met de oldtimer “Stompin’at the Savoy” gaan we terug naar 1933, zowel Benny Goodman en Chick Webb claimden het maar Edgar Sampson schreef het, een aanstekelijk muziekstuk dat hier in een modern jasje wordt gestoken en de luisteraar laat genieten van deze klassieker. Met het fabuleuze “One finger snap” van Herbie Hancock zitten we weer helemaal in de jazz van nu, razendsnelle uithalen van Trujillo en een onovertroffen vingervlugheid van Frerichs maken van dit nummer een waar muzikaal feest en een fraaie afsluiter, volop genieten en uitkijken naar Vol. II. Jan van Leersum.
|